In voorgaande is vooral ingegaan op de inkomsten en uitgaven. Hieronder gaan we in op de bezittingen en schulden van de provincie.
Wat is een balans:
Bezittingen en schulden worden weergegeven op de balans. In een sterk vereenvoudigde en fictieve vorm ziet dat er als volgt uit:
Activa | Passiva | ||
---|---|---|---|
Bezittingen (zoals wegen, fietspaden) | 100 | Eigen vermogen (zoals reserves) | 70 |
Geld op de bank | 10 | Vreemd vermogen (schulden zoals leningen) | 40 |
Totaal | 110 | Totaal | 110 |
In het jaarrekening deel van het jaarverslag wordt in detail ingegaan op ieder van bovenstaande posten. In het vervolg van dit financieel beeld geven we een toelichting op het eigen vermogen en een deel van het vreemd vermogen. Allereerst geven we een toelichting op de samenhang tussen schulden, inkomsten en reserves.
Netto Schuldquote en de relatie tussen inkomsten, schuld en reserves.
De netto schuldquote geeft de mate aan waarin een organisatie in staat is om de schulden terug te betalen. De hoogte van de schuld die de provincie kan dragen, hangt af van de hoogte van de inkomsten. De netto schuldquote wordt grofweg berekend door onze leningen minus ons geld op de bank (dit noemen we netto schuld), te delen door de jaarlijkse inkomsten.
In de Begroting 2018 werd uitgegaan van een netto schuldquote van 85,5%. In werkelijkheid is deze ratio op basis van de resultaten van deze jaarrekening lager uitgevallen en komt deze uit op 49,5%.
Het verschil bij de netto schuldquote wordt veroorzaakt doordat de provincie minder heeft hoeven lenen dan begroot en we meer inkomsten hebben ontvangen. De schuldquote van 49,5% betekent dus dat we twee keer zoveel baten binnenkregen dan de hoogte van onze netto-schuld.
Er is geen officiële norm voor de schuldquote, maar de VNG houdt voor gemeenten een bovengrens aan van 130%, zit een gemeente daarboven dan is er sprake van een relatief hoge schuld.
De huidige schuldquote van de provincie ligt ruim onder de 130% en er is dus op dit moment geen probleem.
In het laatste half jaar van 2018 zien we dat de provincie iedere maand ongeveer € 10 mln meer uitgeeft dan binnenkrijgt en dat daardoor het geld op de bankrekening snel afneemt. We weten echter dat we de komende jaren als provincie veel zullen investeren. Als provincie hebben we veel reserves, maar eigen vermogen in de vorm van reserves is geen geld dat je voor investeringen kunt uitgeven. Met andere woorden, als we willen investeren dan zullen we geld moeten lenen. De netto schuldquote zal hierdoor de komende jaren stijgen.
Eigen vermogen
In onderstaande grafiek is het verloop van het eigen vermogen gedurende 2017 en 2018 zichtbaar gemaakt.
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, de programmareserves en het nog te bestemmen rekeningresultaat. Het eigen vermogen neemt ten opzichte van 2017 toe met € 86,6 mln (van € 722,8 mln naar € 809,4 mln).
De toename van het eigen vermogen met € 86,6 mln kan op hoofdlijnen worden verklaard door:
- Lagere afschrijvingslasten van € 42,9 mln. Deze lagere afschrijvingslasten worden veroorzaakt door in eerdere jaren vertraagde investeringen en worden toegevoegd aan de reserve afschrijvingslasten.
- Overige mutaties in deelreserves waardoor deze in totaal toenemen met € 30,1 mln. In het onderdeel jaarrekening zijn deze mutaties per deelreserve toegelicht.
- Het resultaat over 2018 van € 12,9 mln.