De behandeling van de Jaarrekening 2016 is aanleiding geweest om extra aandacht te besteden aan het Voorspellen, Versnellen en Vertellen (VVV). Hoe voorkomen we dat pas achteraf (bijvoorbeeld bij de jaarrekening) blijkt dat er geld over is, terwijl deze ruimte gedurende het jaar mogelijk elders op de begroting ingezet had kunnen worden om bestaand beleid te versnellen en/of in te spelen op nieuwe ontwikkelingen?

Hieronder zijn de financiële prestaties van 2018 grafisch, met een korte toelichting weergegeven.

1a) Lasten
De provincie heeft in 2018 € 619 mln aan lasten gemaakt om de gewenste doelen en taken te realiseren.

De provincie heeft in 2018 € 272 mln uitgegeven aan investeringsprojecten. Investeringen maken geen onderdeel uit van de provinciale lasten. De investeringen komen op de balans. In de volgende jaren komen de afschrijvings- en rentekosten ten laste van de lastenbegroting. In 2018 zijn de uitgaven aan investeringen in grond, water- en wegenbouwkundige werken toegenomen. In onderstaande tabel zijn de investeringsuitgaven van de afgelopen 3 jaar weergegeven. Hieruit blijkt dat we steeds meer activiteiten in de investeringensfeer uitvoeren om onze doelen en taken te realiseren.

Voorspellen
Het voorspellend vermogen is de afgelopen 2 jaar verbeterd. De Jaarrekening 2018 laat een realisatieniveau zien van 94% van het bij Najaarsnota 2018 bestuurlijk bijgestelde budget. In 2016 zat het uitputtingsniveau op 90%, en in 2017 op 91%. Hiermee is het voorspellend vermogen in 2018 aanzienlijk beter dan de afgelopen jaren, maar nog net onder de eigen doelstelling van minimaal 95%. In de bijstellingsmomenten gedurende het jaar (Voorjaarsnota en Najaarsnota) wordt veel nadrukkelijker dan voorheen een integrale afweging gemaakt binnen het totaal van alle budgetten, en ook de verschillenanalyse van de afgelopen jaren geeft veel informatie om beter bij te sturen. Het streven is om ook de komende jaren hierin nog kwaliteitsslagen te maken. In 2018 is in het kader van het beter kunnen voorspellen ook kritisch gekeken of gehanteerde onzekerheidsmarges en risicobuffers nog wel nodig zijn. Op basis van deze analyse zijn vervolgens bij begroting de behoedzaamheidsmarges provinciefonds en opcenten Motorrijtuigenbelasting komen te vervallen. Ook de structurele post onvoorzien van € 0,5 mln is komen te vervallen.

Realisatiekracht .
Doen we meer, of laten we kansen liggen met als gevolg dat het geld op de plank blijft liggen? Hieronder is een tabel opgenomen met daarin de lasten in de exploitatie en de uitgaven aan de investeringsprojecten om zo een beeld te krijgen van onze realisatiekracht van de afgelopen jaren.

Totaal lasten exploitatie 2017 is exclusief eenmalige afschrijving activa van derden

Vanaf 2017 geldt een verplichte activering voor investeringen met een maatschappelijk nut, vandaar dat er een relatief groot verschil zit in de cijfers 2016 en 2017 in de lasten exploitatie (daling) en de uitgaven in de investeringen (stijging). In 2018 is te zien dat er ten opzichte van 2017 zowel in de exploitatie als in de investeringen meer is uitgegeven. Ook op totaalniveau is te zien dat alle inspanningen om de realisatiekracht te verbeteren zijn vruchten hebben afgeworpen. Het verbeteren van het prognosticerend vermogen in combinatie met het kunnen versnellen en/-of meer kunnen doen zorgt ervoor dat we steeds beter presteren binnen onze beschikbare middelen. Vanaf 2017 is er extra geïnvesteerd om versnellingen in gang te zetten, bij de kijklijnen is hier meer informatie over opgenomen.

2a) Baten
De provincie heeft in 2018 € 705 mln aan baten ontvangen. In onderstaand cirkeldiagram zijn de grootste batenposten opgenomen. Bijna de helft van onze inkomsten bestaat uit de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting. Naast de opcenten vormt de uitkering provinciefonds het belangrijkste deel van de inkomsten. De laatste grote post betreft de bijdragen van derde partijen, veelal ook Rijk en/of gemeenten.

2b) Investeringsbijdragen
De provincie heeft in 2018 €130 mln aan investeringsbijdragen verantwoord. Dit dient in samenhang te worden bekeken met de uitgaven aan investeringen die bij 1b) zijn benoemd.