Inleiding
Bij Begroting 2018 is besloten om voor 2018 € 1,5 mln vrij te maken voor strategische verkenningen. Deze zijn gestort in een nieuwe reserve ‘Proceskosten en verkenningen diepte-investeringen’ in afwachting van concrete voorstellen. Deze voorstellen zijn met PS in technische sessies voorbereid (zie documentatie toegezonden bij Lid GS-brief Baljeu d.d. 20 en 29 maart 2018) en verwerkt bij de Voorjaarsnota 2018.
Doel | (bedragen x € 1.000) | Primaire Begroting 2018 | Bijgestelde Begroting 2018 t/m VJN | Bijgestelde Begroting 2018 t/m NJN | Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|---|
Strategische Verkenningen diepte-investeringen | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
1.1 | Klimaatadaptatie | 0 | -480 | -480 | -513 |
1.5 | Duurzame landbouw * | 0 | 0 | 0 | 0 |
3.1 | Circulaire economie | 0 | -300 | -250 | -250 |
3.1 | Onderwijs en Arbeidsmarkt | 0 | -200 | -200 | -38 |
3.2 | Energietransitie | 0 | -300 | -400 | -400 |
3.5 en 3.3 | Verstedelijking en Transformatie | 0 | -220 | -220 | -159 |
5.1 | Vrijval naar algemene reserve | 0 | 0 | 0 | -140 |
Restant reserve | 1.500 | 0 | -50 | 0 |
1. Verkenning verstedelijking en transformatie
De verkenning bestaat uit drie delen:
1.1 Complexe stedelijke transformatiegebieden (CST)
In 2018 is door onderzoeksbureau Rebel geïnventariseerd welk provinciaal instrumentarium kan bijdragen aan het versnellen en versterken van 15 complexe binnenstedelijke transformatiegebieden. Dit zijn onder andere Stadshaven in Rotterdam, Binckhorst in Den Haag, de spoorzone in Dordrecht, Plaspoelpolder in Rijswijk, Rijnhaven in Alphen aan den Rijn en Spoorzone in Gouda. Immers om op middellange termijn voldoende woningen op te leveren conform de uitgangspunten van de provincie en om de verstedelijkingsopgave te versnellen, is het van belang om locaties in stedelijke gebieden nu al te gaan voorbereiden voor transformatie naar wonen en werken. Mede op basis van dit onderzoek is het actieprogramma voor de verstedelijkingsagenda opgesteld. Dit actieprogramma kent drie maatregelen om de woningbouw te versnellen:
- Vliegende brigade: tijdelijk extra capaciteit en expertise binnen het gemeentelijk apparaat gericht op woningbouw; van planeconomen tot energiedeskundigen.
- Financieel : extra geld voor het versnellen van de woningbouw om het laatste financiële zetje te geven.
- Vereenvoudiging van de woningbouwprogrammering: Nieuwe woningbouw binnen bestaande steden en dorpen en in de buurt van een intercity- of lightrailstation mag altijd.
1.2 Verstedelijking en Transformatie: onderzoek perifere detailhandelsvestigingen (PDV)
In 2018 is door BRO een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van de 32 PDV-locaties (‘woonboulevards’) in Zuid-Holland. Het onderzoek geeft een beeld van het algemeen functioneren van de locaties en opgaven en kansen om te komen tot herontwikkeling, transformatie of optimalisering van (een aantal van) de locaties. Vier locaties worden door onderzoeksbureau BRO als 'slecht functionerend' beoordeeld. Daarnaast ziet BRO bij 17 van de in totaal 32 locaties kansen voor verbetering door herontwikkeling, transformatie of optimalisatie. Ook zijn aanbevelingen gedaan voor een mogelijke vervolgaanpak en rol voor de provincie. Mede op basis van dit onderzoek hebben Provinciale Staten via een amendement 3 miljoen beschikbaar gesteld t.b.v. de aanpak van “knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties en Perifere detailhandel Vestigingen (PDV)”.
1.3 Verstedelijking en Transformatie: vitaliteit kleine kernen (VKK)
Van de beschikbaar gestelde middelen voor de strategische verkenning Vitale Kernen zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. Er is gekeken naar trends op het gebied van vitaliteit, de bestaande inzet van betrokken partners, naar beschikbare data over de kernen (zelfstandigheid, verbondenheid en leefbaarheid in kernen) en tot slot is er ingezoomd op mogelijke ruimtelijke ingrepen voor versterking van vitaliteit in de kleine kernen zelf. Uit de onderzoeken blijkt dat de situatie van Zuid-Hollandse kleine kernen relatief gunstig is ten opzichte van landelijke gebieden buiten de Randstad, maar dat het inspanning vraagt om dit ook in de toekomst zo te houden en een neerwaartse spiraal te voorkomen. De uitkomsten van de onderzoeken worden met belangrijke partners in de regio gedeeld, en vormen input in de gesprekken over bijvoorbeeld voor woningbouw en bereikbaarheid met de regio’s.
2. Klimaatadaptatie
De verkenning bestaat uit drie delen:
- Onderzoeksprogramma Klimaat Adaptatie
- Klimaatakkoord Bouw
- Onderzoeksprogramma Bodemdaling
In het kader van concernopgave Adaptieve Delta, is in het afgelopen jaar verkend waar klimaatadaptatie en bodemdaling ons raken in onze eigen provinciale verantwoordelijkheden en taken. En via welke stappen, in welke rollen en met welke partners wij kunnen komen tot samenwerking, oplossingen en versnelling. Het resultaat van deze verkenning is eind 2018 in de vorm van de klimaatadaptatiestrategie “Weerkrachtig Zuid-Holland” ter bespreking aan de Staten aangeboden. Deze strategie biedt de basis voor concrete maatregelen, beleidsontwikkeling en investeringen.
De verkenning is uitgevoerd in dialoog met een diversiteit aan (gebieds-)partners: gemeenten en waterschappen (onder andere via de bestuurlijke tafels Ruimte, Wonen en Economie), Kennisinstellingen als Deltares en TU-Delft, Natuur- en beheerorganisaties, drinkwaterbedrijven, veiligheidsregio’s, bouwers, ontwikkelaars etc. Inmiddels zijn rond het thema klimaatadaptatie stevige samenwerkings- en overlegstructuren gerealiseerd met deze partners.
Een aantal in het oog springende (tussen-)resultaten in het afgelopen jaar betreft:
- Samen met onze waterschappen hebben we voor heel Zuid-Holland de kwetsbaarheden van de bebouwde omgeving voor wateroverlast, hittestress en overstroming in beeld gebracht. Deze informatie is samengebracht in de klimaatatlas www.zuid-holland.klimaatatlas.net . Op basis van deze atlas kunnen de gemeenten de gevolgen van klimaatverandering in kaart brengen.
- Voor een aantal provinciale taken en assets hebben we de gevolgen van klimaatverandering met behulp van een stresstest in kaart gebracht. Zo zijn er stresstesten uitgevoerd voor natuur- en groengebieden in Zuid-Holland en voor onze provinciale vaarweg- en weginfrastructuur.
- Op initiatief van de provincie is met 40 publieke en private partijen in Zuid-Holland het ‘Convenant klimaatadaptief bouwen’ ondertekend. Dit convenant moet leiden tot afspraken over bouwprincipes en een instrumentarium voor klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling.
- Er is een Challenge Klimaatadaptatie gehouden in het kader van het Festival van de Toekomst. Door middel van deze challenge werden innovatieve start-ups uitgedaagd te komen met ‘het beste klimaatadaptatieontwerp van Zuid-Holland’.
Een uitgebreide rapportage over de gerealiseerde (tussen-)resultaten in het afgelopen jaar is tegelijk met “Weerkrachtig Zuid-Holland” aangeboden aan de Staten.
3. Circulaire economie
De provincie heeft het Grondstoffenakkoord mede ondertekend en wil een structurele bijdrage leveren aan een 100% circulair Zuid-Holland in 2050. Daarom onderzoeken we hoe we dat op een passende manier kunnen doen, zodat we aansluiten bij wat nodig is, waar kansen liggen en wat past bij onze rol. Dat doen we samen met stakeholders als bedrijven, gemeenten en wetenschappers. We hebben onderzoek gedaan naar de uitgangspositie voor Zuid-Hollandse grondstofketens in de bouw, voor plastics en chemie en voor land- en tuinbouw. De eerste mogelijkheden voor de provinciale rollen zijn daarbij in beeld gebracht. In 2018 zijn hiervoor de volgende bouwstenen opgeleverd aan Provinciale Staten: een strategische verkenning, bestaande initiatieven zijn in kaart gebracht en samenwerking met partners is geïntensiveerd met onder meer participatiebijeenkomsten.
4. Duurzame landbouw
In het traject van Verkenningen is door Provinciale Staten aangegeven dat in feite de strategische verkenning voor duurzame landbouw met de vaststelling van het Ambitiedocument is afgerond. Dat was de derde stap in de strategische verkenning, Wij beschouwen dit Ambitiedocument als het kader voor de uitvoering. Op basis daarvan is de uitvoering gestart met de Uitvoeringsagenda Innovatie Duurzame Landbouw (GS-4-10-2016) die wij aan PS hebben toegestuurd. In het Kaderbesluit Groen (gewijzigd Statenvoorstel nr. 7100; PS vergadering van 27 juni 2018) is een vooruitblik gegeven op wat er nodig is voor het vervolg in de volgende coalitieperiode en een indicatie gegeven voor de financiële middelen. Wij beschouwen dat als de uitkomst van de Verkenningsfase. Na de fase van experimenteren en innoveren die in 2016 is begonnen en zich nog veel verder zal moeten ontwikkelen, volgt de fase van verbreden en versnellen.
5. Energietransitie
In 2018 hebben PS aanvullende middelen (€ 0,4 mln) ter beschikking gesteld voor strategische verkenningen enenergietransitie. Hiermee is een drietal thema’s opgepakt waarvoor verdieping en versnelling van de aanpak van strategisch belang is. Onderzoek is gefinancierd voor de versnelling van de energietransitie bij de Industrie, voor de voorbereiding van een routekaart Waterstof en voor het verkennen van de kansen voor realisatie van een Smart Multi Commodity Grid (SMCG). Hiermee is de basis gelegd voor de doorvertaling naar actieprogramma’s voor deze thema’s.
6. Onderwijs en Arbeidsmarkt
De zorg over de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, tegen een achtergrond van een hoog
werkloosheidspercentage in Zuid-Holland, is voor de provincie aanleiding geweest om in 2018 een strategische
verkenning te starten op dit thema. Centraal staat daarin de vraag wat nodig is voor een betere aansluiting en waaruit de bijdrage van de provincie Zuid-Holland zou moeten bestaan. De verkenning heeft geleid tot een
samen met de Economic Board Zuid-Holland opgestelde Human Capital Agenda. Die is opmaat naar een breed
gedragen Zuid-Hollands Arbeidsmarktakkoord. Parallel daaraan wordt een aantal pilots uitgevoerd, die
helpen om de contouren van een meer structurele oplossing te bepalen.
7. Vrijval naar de algemene reserve
Het bedrag voor strategische investeringen van € 1,5 mln is met amendement 582 beschikbaar gesteld voor het jaar 2018. Het in 2018 niet gebruikte deel van € 0,1 mln valt daarom vrij.