Jaarverslag 2018

Paragraaf Subsidies

Subsidies 2018

Tussenevaluatie beleid: ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidieverstrekking (M&O)
Tijdens de Statenvergadering van 20 december 2017 hebben Gedeputeerde Staten  naar aanleiding van een motie toegezegd om na de zomer van 2018 met een tussenevaluatie te komen van het M&O-beleid, waarna de motie is ingetrokken. De tussenevaluatie is op 26 juni 2018 behandeld door Gedeputeerde Staten en ter kennisgeving aangenomen door de commissie Bestuur & Middelen op 12 september 2018. Het M&O-beleid maakt deel uit van het Uniform Subsidiekader (USK). Het USK gaat over uniformering en vereenvoudiging van de regels voor de uitvoering en verantwoording van alle subsidies, bedoeld om het subsidieproces efficiënter te maken. In de Algemene subsidieverordening 2013 (Asv) die op 1 juli 2013 in werking is getreden en het gewijzigde M&O-beleid met bijbehorende beleidsregel die op 9 juli 2016 in werking is getreden, zijn de uitgangspunten van het USK geïncorporeerd.
De eindevaluatie van het USK door het Rijk wordt naar verwachting medio 2021 uitgevoerd. Begin 2016 is de tussenevaluatie van het USK uitgevoerd voor alle provincies in opdracht van het  IPO. Naar aanleiding hiervan heeft Zuid-Holland als eerste provincie het M&O-beleid herzien, de Beleidsregel-M&O ingevoerd en een tussenevaluatie hierop uitgevoerd.
Alhoewel het nog te vroeg is voor een volledige evaluatie, is al wel gekeken naar de uitkomst van de steekproeven die zijn uitgevoerd over de verstrekte subsidies in de eerste twee arrangementen over de jaren 2014-2017. Het aantal lagere vaststellingen dat vanwege een steekproef heeft plaatsgevonden is eruit gelicht. In het eerste arrangement zijn in 2014 en 2015 acht van de vijfenveertig steekproeven lager vastgesteld. In 2016 zijn er geen steekproeven lager vastgesteld en in 2017 slechts in één geval. Concluderend hieruit kan worden gezegd dat de steekproeven slechts in een enkel geval leiden tot een gedeeltelijk lagere vaststelling, maar dat er geen gevallen zijn waarbij de subsidie geheel niet is uitgevoerd. Met andere woorden, het gegeven (verantwoord) vertrouwen is tot op heden niet beschaamd.

Algemeen kader
In de Algemene subsidieverordening 2013 (Asv) zijn de uitgangspunten van het Uniform Subsidie Kader (USK) opgenomen. Deze betreffen:

Uitgangspunten Uniform Subsidie Kader

1

Uitvoerings- en verantwoordingsarrangementen: proportionaliteit en sturing op prestaties

Maatregel

Hoogte subsidiebedrag

Verantwoording

Arrangement 1

Tot € 25.000

Desgevraagd verantwoording over de prestatie

(doorgaans steekproefsgewijs)

Arrangement 2

Vanaf € 25.000 tot € 125.000

Verantwoording over de prestatie

(aanvullend steekproefsgewijs)

Arrangement 3

Vanaf € 125.000

Verantwoording over de kosten en prestaties

2

Uniformering en vereenvoudiging van begrippen en subsidieprocessen

3

Het opzetten en uitvoeren van een beleid om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen: verantwoord vertrouwen

Op de meeste subsidies die worden verstrekt zijn de bovenstaande arrangementen van toepassing. Via deze arrangementensystematiek wordt een (verdere) vermindering van de administratieve lasten in het hele subsidieproces (dat bestaat uit de stappen aanvraag-verlening-uitvoering-verantwoording-vaststelling) bereikt door in ieder geval in twee van de drie arrangementen, processtappen van het subsidieproces minder zwaar in te vullen.
In de praktijk zien wij nu hoe de subsidieverstrekkingen over 2018 op basis van de arrangementensystematiek zijn verlopen. Hier komt het onderstaande beeld uit naar voren:

Toepassing arrangementen

Arrangement

Verleende beschikkingen

Verleende subsidies (€)

Aantal

% t.o.v. totaal

Bedrag

% t.o.v. totaal

0

Geen arrangement

325

38.9

25.550.543

13

1

€ 0 - € 24.999

306

36,7

9.739.032

5.0

2

€ 25.000 - € 124.999

132

15,8

7.217.630

3,7

3

€ 125.000 of meer

72

8,6

153.829.593

78,3

Totaal

835

100

196.336.798

100

Ter toelichting op bovenstaande tabel dient het volgende:

  • De gepresenteerde cijfers in de bovenstaande tabel betreffen verleende subsidies die binnen de provinciale organisatie zijn afgewikkeld. Over de verleende subsidies die door externe bureaus voor de provincie zijn afgedaan bestaat dit inzicht niet, omdat deze organisaties over andere subsidiesystemen beschikken dan wij. Deze kunnen niet op dezelfde wijze rapporteren.
  • Geen arrangement: voor subsidieverleningen, waarbij specifieke uitkeringen of uitkeringen uit het provinciefonds voor de Programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018 of Europese subsidies dan wel specifiek staatssteun-vrijstellingen aan de orde zijn, geldt de arrangementsystematiek niet. Net als voor arrangement 3 geldt dat deze subsidies op basis van een inhoudelijke en een financiële verantwoording worden vastgesteld. Financieel gezien beslaan deze twee categorieën bijna 91,3%.
  • De subsidies die onder de arrangementen 1 en 2 zijn verleend, beslaan 52,5% van het totaal aantal verleende subsidies, maar beslaan vanuit financieel opzicht slechts 8,7% van het totaal verleende bedrag. De verminderde controle op deze subsidies is hiermee in ieder geval proportioneel. Het financiële risico dat we over deze subsidies lopen is door de genomen beheersmaatregelen en het lage volume klein tot zeer klein te noemen. Naast de strengere controle op de begroting aan de voorkant en de steekproefsgewijze controle aan de achterkant, worden deze subsidies ook op behaalde prestaties beoordeeld. Vallen de prestaties lager uit, dan wordt er lager vastgesteld.

Verantwoording benutting subsidieplafonds
In overeenstemming met de toepassing van de Algemene Subsidie Verordening (Asv) en in relatie met de subsidieregelingen, die door het college zijn vastgesteld, wordt in de volgende paragrafen verantwoording afgelegd over de benutting van de subsidieplafonds. In de tabellen is per subsidieregeling een plafondbedrag opgenomen, dat bij de Begroting 2018 is vastgesteld of tussentijds is bijgesteld. Indien er sprake is van een significant over- of onderschrijding van een plafond is onderaan de betreffende tabel een toelichting opgenomen. Tevens is er een kolom opgenomen met de titel “Onderhanden werk”. De hierin getoonde bedragen zijn niet verwerkt in de kolom “afwijking plafond” omdat de nog in behandeling zijnde aanvragen geweigerd kunnen worden of de verleningen lager kunnen uitvallen dan is aangevraagd.
In deze paragraaf wordt eveneens over de verleende project- en boekjaarsubsidies waarvoor geen subsidieplafonds zijn vastgesteld en de begrotingssubsidies verantwoording afgelegd. Daarnaast doen wij verslag over de verleende incidentele subsidies. De informatie is gebaseerd op de uitvoering van motie 301: het openbaar subsidieregister. Dit openbaar subsidieregister wordt sinds 2012 op de website van de provincie gepubliceerd. Het openbaar subsidieregister geeft inzicht in de verleende subsidies. De financiële gevolgen van de subsidieverlening kunnen zich over meerdere jaren uitstrekken. Voorheen actualiseerde de provincie eens per kwartaal het register. Per 12 februari 2019 is een nieuwe versie beschikbaar die meer actueel en gebruiksvriendelijker is.
Via de website https://subsidieregister.zuid-holland.nl kunnen gebruikers een actueel overzicht opvragen van alle toegekende subsidies vanaf 2015. Het subsidieregister krijgt dagelijks een update. Gebruikers kunnen bovendien gemakkelijk zoeken en filteren op informatie die relevant is. De provincie Zuid-Holland vindt het belangrijk om transparant te zijn over de besteding van publieke middelen.

Paragraaf Subsidies