In de programmaverantwoording is bij het onderdeel ‘Wat heeft dat gekost?’ (ook wel de 3^de W-vraag genoemd) per doel een analyse gegeven van de verschillen tussen de bij de najaarsnota gepresenteerde (gewijzigde) begroting en de uiteindelijke realisatie. De belangrijkste verschillen, groter dan € 1 mln die het rekeningresultaat hebben veroorzaakt, zijn hieronder kort toegelicht.

1. Gesloten Systeem Groen (€ 4,5 mln) - deels beklemd inclusief apparaatslasten
Door vertraging in de recreatieprojecten die doorschuiven naar volgende jaren en door looptijdverlenging van subsidies is minder gerealiseerd. Ook is er een resultaat ontstaan op de uitvoering van Natura 2000/PAS. De realisatie van het (agrarische) natuurbeheer is lager vanwege correctie van dubbel verantwoorde lasten in 2017. Daarnaast is op dit doel ook een voordelig resultaat op apparaatslasten.

2. Een gezond(er) en veilig(er) leefmilieu (€ 3,1 mln) - niet beklemd
Er is  een positief resultaat van € 1,4 mln bij de dwangsommen die de provincie kan opleggen vanuit Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH). Dit bestaat voor € 1,2 mln aan geïnde dwangsommen die het gevolg zijn van de handhavingsstrategie VTH dwangsommen, daarnaast is juridische ondersteuning voor het innen van dwangsommen niet nodig geweest. Verder is het beschikbare budget voor de uitvoering van de vraaggestuurde bouwadviezen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en taken Bouwen, Reclame, Inrit, Kappen en Slopen (BRIKS) niet volledig benut (€ 0,5 mln). Tot slot zijn er bij het project Clean INland SHipping (CLINSH) in 2018 minder kosten gerealiseerd vanwege het feit dat door een extra aanbestedingstraject kosten verschoven zijn naar 2019.

3. Uitstel subsidies bedrijventerreinen (€ 1,2 mln)
Bij de subsidieregeling Uitvoering herstructurering bedrijventerreinen (UHB) zijn uitstelverzoeken gehonoreerd, hierdoor verschuiven de lasten naar 2019 en volgende jaren

4. Vrijval programmareserves (€ 3 mln) - (deels beklemd)
De deelreserve Bedrijventerreinen valt voor € 1,5 mln vrij vanwege verlaagde subsidie-vaststellingen. Daarnaast vallen ook de resterende saldi van de reserve alertheidsbudget en reserve strategische investeringen vrij.

5. Overige verschillen < 1mln (€ 3,4 mln)
Diverse onderbestedingen die zijn toegelicht bij het onderdeel ‘Wat heeft het gekost’ in de programmaverantwoording.

6. Energie en klimaatakkoord (-€ 2,3 mln)
De ontwikkeling van het warmtesysteem tussen Rotterdam en Leiden vergde meer provinciale inzet dan geraamd. Dit betreft inhuur van specialistische kennis en er is extra personele inzet bij de provincie geweest op de provinciale warmteopgave als gevolg van de uitwerkingen van het Klimaatakkoord . Daarnaast is meer uitgegeven voor extra inzet in de vorm van inhuur en onderzoeksopdrachten op de verduurzaming van de industrie.

7. Overhead (-€ 1,9 mln)

De overschrijding op arbeidskosten wordt veroorzaakt door extra inhuurkosten voor informatisering en automatisering. Daarnaast zijn er ook meer baten ontvangen voor detacheringen en vergoedingen UWV dan geraamd. De projectkosten van de afgelopen jaren (2014-2017) voor de oude planvorming rondom renovatie C-gebouw zijn versneld afgeschreven met de start van het nieuwe project Renovatie C-gebouw.

8. Provinciefonds € 0,7 mln (beklemd)
De algemene uitkering valt in 2018 circa € 8 mln lager uit. Dit komt met name door een neerwaartse bijstelling van het accres (al aangekondigd in de Septembercirculaire). De provincie heeft eind 2018 via de Decembercirculaire voor € 8,3 mln aan extra decentralisatie-uitkeringen ontvangen. Ook heeft er een nabetaling plaatsgevonden over boekjaar 2017.

9. Motorrijtuigenbelasting ( €1,3 mln) - niet beklemd
De baten van de motorrijtuigenbelasting zijn € 1,3 mln hoger dan verwacht, dit betreft een afwijking van 0,3%.