In bovenstaande tabel is gerekend met alleen de stand van de daadwerkelijke openstaande vorderingen op openbare lichamen. Het verschil tussen de daadwerkelijke stand van de openstaande vorderingen ad € 6,4 mln en de stand in de tabel uitzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar per 31-12-2018 ad € 109,8 mln bestaat uit MRB ad. € 27,6 mln en circa € 76 mln voor de BCF. De MRB ad € 27,6 mln is in januari 2019 ontvangen. De teruggave BCF ad circa € 76 mln wordt naar verwachting in juni 2018, conform de ingediende aangifte, ontvangen.
Omdat beide baten zijn / worden ontvangen in 2019 zijn deze niet opgenomen in de verantwoording 2018. Ook ultimo 2017 werd het verschil tussen de tabellen verklaard door het MRB en BCF

Per ultimo 2018 staat aan vorderingen een bedrag open van € 6,4 mln. Het volledige bedrag heeft betrekking op vorderingen van 2018. Hiervan is € 5,4 mln gefactureerd in december 2018.
Het openstaande bedrag van € 6,4 mln is volgens onderstaande specificatie:

Per ultimo 2018 staat aan vorderingen open een bedrag van € 2,8 mln. Van het openstaande bedrag heeft € 1,2 mln betrekking op vorderingen uit 2017 en eerder. Het resterende bedrag van € 1,6 mln heeft betrekking op vorderingen van 2018. Hiervan is € 0,8 mln gefactureerd in december 2018.

Het openstaande bedrag van € 2,8 mln is volgens onderstaande specificatie:

Bij de bepaling van de per ultimo benodigde stand van de voorziening Dubieuze Debiteuren voor zowel de vorderingen op publiekrechtelijke lichamen /overheid als voor de niet-publiekrechtelijke lichamen / particulier is voor de kleine vorderingen de dynamische methode en voor vorderingen > € 50.000 de statistische methode gevolgd.

De voorziening dubieuze debiteuren bedroeg eind 2017 € 0,72 mln. In 2018 is daarvan € 0,6 mln vrijgevallen en is voor € 0,3 mln toegevoegd aan de voorziening. Per saldo bedraagt de voorziening nu € 0,4 mln en bestaat uit:

• Het bedrag in de voorziening tot en met 2011 is voor particulieren € 66.700

• Het bedrag in de voorziening voor particulieren over 2015 is € 1.100
• Het bedrag in de voorziening voor particulieren over 2016 is € 163.400
• Het bedrag in de voorziening voor particulieren over 2017 is € 113.800
• Voor 2018 is een extra storting van € 87.885 opgenomen vanwege een nog niet afgerond faillissement.

In 2018 is een vordering van € 2.987 afgeboekt wegens faillissement ten laste van de voorziening.

Voor overheden is geen bedrag in de voorziening gestort.

In bovenstaande tabel zijn de percentages voor het berekenen van de voorziening opgenomen. Zowel de civiele vorderingen op particulieren als de vorderingen op overheden en belastingaanslagen zijn in de berekening meegenomen (met een percentage per categorie vorderingen dat oploopt met de ouderdom van de vorderingen). De reden van de afwijkende mate van oninbaarheid van de civiele vorderingen en belastingen ten opzichte van de civiele vorderingen op particulieren is gelegen in de aard van de vorderingen. Civiele vorderingen op particulieren zijn risicovoller en hebben een hoger percentage voor oninbaarheid