Binnen programma 1 Groen, Waterrijk en Schoon heeft slechts één investering plaatsgevonden. Het betreft de (tweede) activering van de investeringsactiviteiten in het kader van de realisatie IODS.

De verantwoording over het infrastructuurprogramma vindt plaats conform de regeling projecten van Provinciale Staten. In de eerste plaats gebeurt dit op programmaniveau via de jaarlijkse Voortgangsrapportage Infrastructuur. Hierin wordt per project de voortgang op de mijlpalenplanning (jaar gereed) en budget (krediet) weergegeven. Ten tweede gebeurt dit op projectniveau, waarbij ook kwaliteit en risico worden verantwoord. Alleen voor projecten boven de € 10 mln vindt rechtstreeks verantwoording plaats aan Provinciale Staten.
De afgesproken sturing en verantwoording over projecten is dus gekoppeld aan mijlpalen en niet aan de (financiële) realisatie in een (begrotings)jaar. De sturing is dus jaargrensoverschrijdend in tegenstelling tot de jaarlijkse verantwoording op concernniveau via deze jaarrekening. Een onderbesteding in een jaarschijf betekent dus niet direct dat een project vertraagd is maar eerder dat de planning van uitgaven is veranderd.

In de afgelopen jaren zijn al meerdere verbeteringen opgestart en doorgevoerd met betrekking tot sturing op de (financiële) programmering (sturing op totaalbudget, probabilistisch ramen en plannen in grote projecten, jaarlijks Kaderbesluit Infrastructuur etc.). Dit moet zorgen voor betere prognoses. De komende jaren zal nog verder worden gewerkt aan optimalisatie van de ingezette verbeteringen en nieuwe verbeteringen wat betreft de (financiële) sturing op projecten (verdere uitrol probabilistisch ramen en plannen en risicoreserveringen koppelen aan planning en budget).

De verschillen tussen begroting en realisatie kunnen het gevolg zijn van:

• Een eerdere activering omdat een project eerder opgeleverd is;
• Een verschil tussen het beschikbare projectbudget en de werkelijke uitgaven en inkomsten;
• Een latere activering omdat de oplevering van het project vertraging heeft opgelopen.

In het laatste geval betreft het soms een onderliggend deelproject waarbij de planning van het overkoepelende project ongewijzigd blijft. Als gevolg van het latere activeringsmoment zijn inkomsten (bijdragen van derden) ook nog niet ontvangen.

De middelen voor nieuwbouwprojecten die later worden opgeleverd blijven binnen het PZI beschikbaar voor het project. Verschillen tussen budget en realisatie voor nieuwbouwprojecten worden verrekend met de vrije ruimte in het PZI.

In de Nota IWA (Investeren, waarderen en activeren) is het moment van gereedmelding van het project vastgelegd als 1 ^e moment van activeren. Dit gebeurt op basis van het proces-verbaal van opneming (oplevering). Na decharge van een project volgt een 2 ^e activering.

Voor meer informatie over de voortgang van de provinciale infrastructurele projecten wordt verwezen naar de Voortgangsrapportage Infrastructuur, die tegelijk met de jaarrekening aan PS wordt aangeboden.

Leningen (€ 0,8 mln n)
Voor het renoveren, vervangen en/of verduurzamen van veerponten zijn leningen tot een bedrag van € 0,9 mln verstrekt. Van de eerder verstrekte lening is € 0,1 mln terugontvangen.

Projecten beheer en onderhoud (inclusief functionele verbeteringen)
De werkzaamheden in de voorbereidingsfase van een aantal onderhoudsprojecten (€ 2,7 mln) vragen meer tijd dan verwacht, waardoor de activering van deze uitgaven in 2019 zal plaatsvinden. Het betreft de projecten N214a/b, N216a (Peursumsebrug), N222a, N479a/N480b, de oeververvangingsproject Merwedekanaal en nautische voorzieningen.
De onderbesteding in de uitvoeringsfase heeft te maken met twee factoren:

• Bij 1 ^e oplevering van het werk resteren vaak (kleinere) werkzaamheden die nog moeten worden afgerond. Het restantkrediet na 1 ^e activering blijft daarom beschikbaar voor de dekking hiervan;
• Van een aantal projecten kan de 2 ^e activering (decharge) nog niet plaatsvinden omdat  nog niet alle openstaande punten zijn afgerond.

Het project N493 (uitvoeringsfase) bestaat voor een groot deel uit planmatig onderhoud. In de afgelopen boekjaren is abusievelijk € 2,6 mln teveel geactiveerd. Deze geactiveerde uitgaven zijn nu gecorrigeerd en alsnog ten laste van de exploitatie gebracht.

Projecten nieuwbouw
De afwijkingen ten opzichte van de ramingen zijn als volgt over de paragrafen verdeeld:

Zie onderstaande toelichting op de investeringen bij Overzichten en Middelen.

In de Begroting 2018 is uitgegaan van een bepaalde investeringsvolume voor de fondsen van de Houdstermaatschappij Zuid-Holland, Energiiq en WPF (Warmteparticipatiefonds) van € 27,5 mln.
In werkelijkheid is er in 2018 totaal voor € 7,1 mln gestort voor deze fondsen en is er een bedrag van € 0,6 mln aan agio uitgekeerd aan de Houdstermaatschappij Zuid-Holland zelf. Het budget voor deze uitgaven is opgenomen in Overzichten en Middelen, maar de uitgaven zijn in Programma 3 verantwoord.

Investeringsinkomsten:
De aflossing van de voorfinanciering grondverwerving Groenzone Berkel-Pijnacker bedraagt € 0,4 mln.

Investeringsuitgaven:
Er heeft een versnelling plaatsgevonden betreffende enkele projecten ten behoeve van continuïteit en vernieuwing van de ICT-dienstverlening en aanschaf hardware waardoor het investeringskrediet is overschreden ad € 0,3 mln.

Van enkele projecten met betrekking tot Huisvesting en Vastgoed is geconstateerd dat deze zijn afgerond in 2018 of eerder. Hiertoe dient € 1,1 mln te worden geactiveerd in 2018, waartegenover een vrijval staat van investeringskrediet in 2019.